Er gaat niets boven het bouwen van een mini-wereld voor garnalen. Deze kleurrijke rakkers struinen de hele dag rond, poetsen je bak schoon en maken het aquarium schoon. Mijn vrienden dachten serieus dat ik gek werd toen ik minutenlang staarde naar piepkleine rood-witte streepjes. Spoiler: ik werd alleen maar blij. 😄 In deze gids zet ik je stap-voor-stap op weg naar een stabiele, groene garnalen aquarium.
Richt je garnalenbak stabiel en plant-rijk in. Neocaridina’s voelen zich top bij 21–24 °C, pH 6,8–7,5, GH 4–6 en liefst een lage KH. Gebruik bij voorkeur een voedingsrijke bodem (soil), een sponsfilter, laat de bak eerst rustig indraaien, voer 2–3× per week en vermijd koper en grote schommelingen.
Wat is een garnalenaquarium precies?
Een garnalenaquarium is meestal compact (10–60 L) en draait om rust en stabiliteit. Dwerggarnalen zoals Neocaridina (Cherry/Blue Dream) of Caridina (Crystal/bee) leven van biofilm, algen en mini-restjes. Ze houden van veel planten, mossen en schuilplekjes. Belangrijk om te onthouden:
- Stabiel boven “perfect”: kleine, stabiele schommelingen zijn oké; grote sprongen niet.
- Waterwaarden: Neocaridina → 21–24 °C, pH 6,8–7,5, GH 4–6, lage KH. (Caridina vraagt zachter/zuurder water met actieve soil.)
- Biofilm = buffet: veel blad, hout en mos betekent veel graasplekken voor volwassen garnalen én schuilplaatsen voor shrimplets.
- Medicatie & metalen: koper = no-go. Gebruik “shrimp-safe” producten en check etiketten.
Hoe richt je een garnalenbak in (stap-voor-stap)?
- Kies je maat: minimaal 20 L voor stabiliteit. Nano kan, maar hoe meer water, hoe vergevingsgezinder.
- Bodem & hardscape: ga voor voedingsrijke soil (3–5 cm). Soil helpt planten en dempt pH/KH. Voeg hout (bijv. mangrove of spiderwood) en stenen toe voor biofilm en schuilplekken, zoals Dragon Stone, Leisteen of Mini Landscape.
- Planten & mos: veel! Bekijk onze aquariumplanten. Denk aan mossen (Java/Christmas), Anubias nana, Buce, Cryptocoryne. Dicht groen = veilige kinderopvang voor shrimplets.
- Filter & flow: een sponsfilter of zachte hang-on met sponsprefilter. Zachte stroming, maximaal zuurstof.
- Verwarming (optioneel): 22–24 °C is ideaal; in een warme kamer kan het zónder.
- Water & remineralisatie: gebruik zacht kraanwater of osmose + mineralen voor Neocaridina. Mik op GH 4–6, lage KH. (Caridina? Neem actieve soil + osmose + specifieke mineralen.)
- Indraaien: laat de bak 3–4 weken draaien. Test NH3/NO2 (= 0), NO3 laag. Voeg een snufje voer of een catappa-blad toe voor bacteriën/biofilm. Tip: extra natuurlijke schuilplekken? Check onze botanicals.
- Acclimatiseren: druppelmethode 45–90 min. Vang garnalen over met een netje, giet winkelwater niet in je bak.
- Voeren: 2–3× per week garnalenvoer, afgewisseld met bladeren (ketapang), stukjes courgette of snowflake. Resten na 2–3 uur weg.
- Onderhoud: wekelijks 10–15% waterwissel, met water dat matcht in temp/waarden. Filterspons zachtjes uitknijpen in aquariumwater (niet onder de kraan).
- Licht & algenmanagement: 6–8 uur licht starten; rustig opbouwen. Te veel licht = algenfeest, te weinig = plantensip.
- Inlaten afschermen: gebruik een fijne spons/guard op inlaat zodat shrimplets niet verdwijnen in het filter.
- Extra schuilplekken: bladstrooisel & botanicals, cholla-hout en mosbruggen zorgen voor voer én veilige verstopplekjes.
- Monitor rustig: kijk dagelijks even: gedrag, vervellingen, voerconsumptie. Aanpassen = beter dan ingrijpen.
Korte vraag tussendoor? App ons gerust, we kijken live met je mee: 📲 WhatsApp
Aquania.
Bezetting & combineren
- Startkolonie: 10–20 Neocaridina’s is een fijne basis; bij goede omstandigheden breiden ze zelf uit.
- Soort & kleur: houd per bak één familie-lijn (mix van kleuren binnen Neocaridina wordt vaak “wild-kleur” op termijn). Meng geen Neocaridina en Caridina als je gericht wilt kweken.
- Tankgenoten: geen roofvissen. Prima: kleine slakken, Otocinclus, pygmy Corydoras (Baby garnalen blijven prooi als ze gevonden worden). Het meest succesvol is om ze alleen met andere garnalen te houden.
Voer & micro-voedselweb
Je garnalen leven van biofilm, algen en micro-leven. Help de natuur een handje:
- Biofilm boosters: cholla-hout & botanicals, catappa bladeren, dennenkegels.
- Doelvoer: garnalensticks/pellets, snowflake (wordt niet snel slecht), mineraalblokjes (schaalsterkte).
- Groente-snack: dun schijfje courgette/komkommer, 1–2 uur; restjes eruit.
Veelgemaakte fouten (en snelle fixes)
- Te snel, te veel: eerst indraaien, dan pas garnalen. Geduld = succes.
- Grote waterwissels: doe liever kleine, regelmatige wissels met exact dezelfde parameters.
- Koper & “universele” medicatie: etiketten lezen; “shrimp-safe” of niet gebruiken.
- Te weinig schuilplek: voeg mos, hout en bladeren/botanicals toe. Shrimplets willen jungle!
- Overvoeren: 2–3× per week is genoeg. Alles op? Dan pas bijvoeren.
Checklist
- ≥ 20 L, soil + veel planten/mos
- Sponsfilter / zachte flow, (eventueel) verwarming 22–24 °C
- Neocaridina-waarden: pH 6,8–7,5, GH 4–6, lage KH
- Bak ingedraaid (NH3/NO2 = 0)
- Druppel-acclimatisatie bij inzetten
- Voeren 2–3×/week, resten weg
- Wekelijks 10–15% waterwissel, parameters matchen
Conclusie
Garnalen houden is zen: rustig opbouwen, stabiel blijven en genieten van het micro-leven. Met veel groen, zachte flow en kleine, consistente routines bouw je in no-time een bruisende garnalenstad. Foto’s delen mag altijd — wij smullen mee. 😉
Hulp nodig bij bodem, planten of waterwaarden? Plan persoonlijk advies of 📲 app ons. We zetten met plezier jouw shrimp-paradijs op de rails.